365 Dagen Tao

154 - Omhullingen

03 Jun

Wijzen uit oude tradities zeggen dat de mens drie omhullingen heeft. De buitenste is het fysiek lichaam en omvat primitieve drijfveren en instincten. De binnenste is de geest en omvat onderscheidingsvermogen, rede en het gevoel van individualiteit.

Zowel het lichaam als de geest is verslaafd aan de uiterlijke wereld, omdat ze hun kennis opdoen via zintuiglijke waarneming. Ze kunnen alleen maar iets kennen dat 'tastbaar' is, iets dat een vorm of naam heeft.

Ieder mens heeft in zijn diepste kern een ziel. Dat is een zuiver, maagdelijk zelf. Het denkt niet in de gewone zin van het woord, heeft geen egoïsme, en maakt zich geen zorgen over hoe het zich in de wereld moet handhaven. Hoewel het lichaam een vorm en de geest vele aspecten heeft, is de ziel volledig zonder vorm of kenmerken. Er kan niets van een teken, profiel, naam, formule, getal, idee of concept op worden geprojecteerd. Zij is zuiver, vormloos en leeg.

Iedereen die oefent kan deze ziel bereiken. Alleen dan kun je overtuigd raken van haar aanwezigheid. Als je haar bereikt, zullen je lichaam en geest onbelangrijk worden, want nu bevind je je in een toestand die de zintuigen en gedachten overstijgt. De ziel wordt absoluut genoemd, omdat zij alle relativiteit overstijgt.